donderdag 31 mei 2012

Het voordeel van de twijfel



Op mijn stelling dat alle geschreven tekst uiteindelijk fictie is kreeg ik brieven van mensen die me verzekerden dat wat in de bijbel staat wel degelijk waar is. Ik vermoed – mede door de toon waarop een en ander medegedeeld werd – dat hier sprake is van iets meer dan een klein misverstand. Ik schrijf zelf wel eens wat, een gedichtje of een roman, en ik wil graag dat die teksten serieus genomen worden. Ik verlang echter geen moment dat ze geloofd worden. Het is voor het slagen van een tekst – of meer in het algemeen voor het slagen van een kunstwerk – van geen enkel belang dat iets waar is. Alleen mensen met stichtelijke bedoelingen willen dat alles waar is, en liefst niet even maar onherroepelijk, voor altijd. Je mag aannemen dat ze zo hun innerlijke twijfels bestrijden, een fenomeen dat je wel vaker waarneemt op het schoolplein en in de politiek. Verder berust de kritiek van deze briefschrijvers op een grove onderschatting van wat fictie is. De mensheid heeft alles te danken aan fictie, aan de mogelijkheid dat iets waar is, en nauwelijks iets aan grote, onomstotelijke waarheden. Grote waarheden hebben ons alleen maar opgehouden. Ze belemmeren nog steeds onze vooruitgang, staan onze ongebreidelde creativiteit in de weg en kosten in het ergste geval zelfs mensenlevens. Steeds als ik mensen met al te grote stelligheid iets hoor beweren trek ik dus in gedachten het teveel aan gelijk maar alvast van hun beweringen af. Ik geef ze daarmee het voordeel van de twijfel dat ze zichzelf niet gunden. Want als er één ding vaststaat is het dit: wie iets zeker weet doet zichzelf te kort. Iets zeker weten is slechts een onhandige manier van twijfelen.