vrijdag 26 mei 2017

Geluk


De Stichting Atlas voor Gemeenten heeft het geluksgevoel in kaart gebracht van de Nederlander. Per gemeente werd het geluk bepaald in percentages. In mijn thuisstad is dat 87%, wat toevallig precies overeenkomt met het landelijk gemiddelde. Geluk blijft natuurlijk een van de lastigste dingen om te meten, niet alleen voor de onderzoeker maar ook voor de onderzochte. Want terwijl de onderzoeker er nog een of ander methodiekje op los kan laten om althans de schijn van wetenschappelijkheid te wekken zijn de ondervraagden aan zichzelf overgeleverd. Die moeten bij zichzelf te rade gaan of en in welke mate ze het geluk deelachtig zijn geworden. Wat voor meetmethoden leggen zij daarbij aan? Grootste probleem daarbij, lijkt me, is dat geluk een symptoom is, geen oorzaak. Verder lijkt geluk me onmeetbaar omdat we niet weten hoe het is opgebouwd, wat de samenstelling ervan is en in welke verhouding het gewenste effect bereikt wordt. Kennen we niet allemaal een sprankje geluk in zelfs de meest ongelukkige tijden? En is het ware geluk ooit compleet zonder een vleugje rampspoed?

August Tholen

dinsdag 16 mei 2017

Overvloed



In een boek dat ik lees is sprake van een uil die ‘peinzend voor zich uit kijkt’. Dat roerloos zitten van uilen heeft ze de reputatie bezorgd van fikse nadenkers, maar dat lijkt me onzin. Uilen zijn geen snars intelligenter dan roodborstjes of boerenzwaluwen. Dat dieren aan enige vorm van contemplatie doen is sowieso hoogst onwaarschijnlijk. De dagelijkse strijd om voedsel en veiligheid slokt al hun beschikbare tijd en energie op. Overleven, zou je ook kunnen zeggen, stompt de geest af, bij mensen zie je hetzelfde verschijnsel. Misschien, bedenk ik me nu, dat daar ook de oorsprong ligt van onze cultuur, van de kunst en de filosofie. Nogal wat dieren - ik denk dan met name aan vogels - investeren ongelooflijk veel moeite en energie in schijnbaar overbodige zaken zoals kleuren of uitbundige patronen. Het dier zegt daarmee: ik kan me overbodigheid permitteren, in zo’n goede conditie ben ik. Overvloed kan dus als lokmiddel worden ingezet. Misschien dat bij mensen ooit diezelfde overvloed tot cultuur heeft geleid, dat we kunst en filosofie en spiritualiteit zijn gaan gebruiken om ermee te zeggen: we hebben tijd in overvloed, tijd om andere dingen te doen dan alleen maar te overleven. 


August Tholen

donderdag 4 mei 2017

Armageddon



Een man spreekt over zijn jeugd die hij doorbracht in een sekte. Zijn ouders voedden hem op met de gedachte van een ophanden zijnd armageddon. Geloof in een einde der tijden-theorie is een extreme vorm van complotdenken. 
Aansluitend hoor ik een oorlogsveteraan van 94 spreken over de noodzaak tot herdenken. Vooral jongeren, zegt hij, zouden herdenkingbegraafplaatsen moeten bezoeken, om te begrijpen hoe hun vrijheid betaald is in mensenlevens. Bij herdenkingbegraafplaatsen denk ik altijd aan Margraten. Een oom van me onderhield daar het terrein van de Amerikaanse oorlogsbegraafplaats. Duizenden witte kruisen, zo keurig in rijen geordend dat je haast zou vergeten dat er mensen begraven liggen.
Wanneer er over oorlog gesproken wordt zie ik geen lange rijen graven waar individuen liggen begraven, ik zie de oorlogen zelf in lange rijen opgesteld op een oneindig veld met kruisen tot voorbij de horizon, kruisen die elk een oorlog of conflict uit de menselijke geschiedenis vertegenwoordigen. 
Tot nu toe ben ik er altijd van overtuigd geweest dat onze soort zowel in staat is zijn eigen ondergang te bewerkstelligen als te voorkomen. Maar er is natuurlijk een tipping point, een moment waarop we de zaken zelf niet meer in de hand hebben. Het grootste gevaar van de toekomst voor onze soort is dat onze psychologische progressie geen gelijke tred zal houden met onze technologische progressie. Dat we uitvindingen zullen doen die we niet kunnen beheersen, of dat we onszĂ©lf niet zullen kunnen beheersen met de uitvindingen die we doen. 

August Tholen