vrijdag 31 mei 2019

Voor altijd



Volgens het VN-rapport dat onlangs verscheen dreigt een achtste van alle plant- en diersoorten op aarde binnen de komende tien jaar uit te sterven. 
Een achtste, ik zeg het nog maar eens. Van alle plant- en diersoorten. Binnen tien jaar. 
En uitsterven, dat doe je voor altijd. 
Ook bij uitsterven moet je geluk hebben, bijvoorbeeld dat je voortleeft als woord, als synoniem voor wat uitgestorven is. Dat overkwam de dodo. 
Je kunt ook uitgestorven zijn en dat niemand je naam nog kent. Ik noem de Nachtegaalkarekiet, de Struikwinterkoning, de Po'ouli, de Cryptische Boomjager, de Novaesbladspeurder, de Bramble Cay-Mozaïekstaartrat, de Pinta Island-Schildpad, het Formosaanse Nevelluipaard, de Pyrenese Steenbok, Stellers Zeekoe, de Rocky Mountain Sprinkhaan, het Madeira Groot Koolwitje, de Quagga, de Gouden Pad, de Rodriguesspreeuw, de Berberleeuw, de Blauwe Antilope, de Madagaskar-Dodaars, de Caribische Monnikszeehond, de Falklandwolf, de Cubaanse Ara, de Reuzenrijstrat, de Hopspreeuw, de Witvoetboomrat, de Grootoorspringmuis, de Oostelijke Buidelhaas, de Langstaartspringmuis, de Zuidelijke Stekelstaartkangaroe, de Tasmaanse Spreeuw, de Auroch, de Spix-Ara, de Tanna-Patrijsduif, het Columbia Basin-Dwergkonijn, de Diksnavelgrondduif, de Kleine Bosmoa, de Belhoningvogel, de Bruine Purperspreeuw, het Bulwerstormvogeltje, de Nieuw-Zeelandse Snipral, de Kona-vink, de Forbessnip, de Kruisbekvink, het Tristanwaterhoen, de Huia, de Oahu-o'o, de Witvleugelstrandloper, de Lachuil, de Piopio, de Paradijspapegaai, de Langoorbuideldas, de Irmawallaby, de Buidelwolf, de Varkenspootbuideldas, de Mauritiustaling, de Mascarenenkoet, de Mauritiusvleerhond, de Olifantsvogel, de Blauwstaarthagedis, de Arabische Struisvogel, de Balinese Tijger, het Bubal Hartebeest, de Canarische Zwarte Scholekster, de Monniksrob, de Carolinaparkiet, de Kaukasische Wisent, de Trekduif, de Ryukyu Houtduif, de Santo Stefano Hagedis, de Kaapverdische Reuzenskink, de West-Zwarte Neushoorn en, vooruit, het Schomburgkhert.

August Tholen


zaterdag 25 mei 2019

Stem



Rond drieën de deur uitgelopen, de straat overgestoken, een deur opengetrokken en een gebouw binnengegaan, een stukje plastic (ID) uit mijn zak getrokken, een groot gevouwen papier overhandigd gekregen, met dat papier tussen drie houten planken gaan staan en een miniscuul vakje rood gekrast met een soort timmermanspotlood aan een touwtje. 
Daarna langdurig overwogen of het hele democratische proces werkelijk niet meer behelst dan deze ene, piepkleine handeling, het kortstondig op en neer bewegen van een stukje hout teneinde een mierengroot oppervlak aan papier met wat rood pigment te vullen. 
Ik ging twijfelen. 
Mijn getwijfel leidde tot de gedachte: dit kan onmogelijk alles zijn, ik moet vast méér doen.
Ik dacht zelfs: ik doe het waarschijnlijk al jaren verkeerd!
Toen bedacht ik me dat ik precies hetzelfde ook dacht de vorige keer dat ik ging stemmen. 
Ik vouwde het papier dus dicht, deponeerde het in de daarvoor bestemde grijze container en ging het stemlokaal uit. 
Missie volbracht. 
Buiten, nog nasidderend van burgerlijk verantwoordelijkheidsgevoel, kwam ik Theo tegen. 
Of hij ook ging stemmen.
Hij ging ook stemmen. 
Mocht ik weten wát hij ging stemmen?
'De SP,' zei hij, meteen gevolgd door een berustend: 'niet dat die ene stem van mij wat gaat uitmaken.'
'Tja, dat is óók het geruststellende van stemmen, je kunt eigenlijk niets fout doen,' zei ik.
We kregen het erover dat je zelfs van hechte vrienden vaak niet weet wat hun politieke denkbeelden zijn of waar ze in de beslotenheid van dat hokje echt op stemmen.
'Precies, misschien gá ik wel helemaal niet op de SP stemmen,' lachte Theo.
'Dat is mogelijk Theo,' zei ik. 'Alleen, waarom zou je over zoiets verschrikkelijks liegen?

August Tholen

zaterdag 11 mei 2019

Waiting game



Wat mij persoonlijk nog het meest somber stemt aan het omvangrijke VN-rapport dat vandaag verscheen over het instortende ecosysteem: dat er zulke rapporten voor nodig zijn om ons tot inzicht en actie te dwingen. Deze wereldwijde catastrofe, die nu misschien wel aan haar eindfase bezig is, zag ik als jonge jongen al donkerewolksgewijs op ons af komen denderen. Dat ik die catastrofe voorzag zeg ik met nadruk níet omdat ik denk dat ik als jongen over een speciale vorm van helderziendheid beschikte. Ik zeg het omdat ik denk: als ik het als jongen al zag, hoe zat het dan met de volwassenen? Ik kan niet de enige zijn geweest die bij ieder stuk bos dat plaats maakte voor een snelweg of woonwijk dacht: hier zien we hoe het op kleine schaal misgaat, gevolgd door de gedachte: hier wordt geoefend voor de grote schaal. Ik kan niet de enige zijn geweest die bij de beelden van weer een met olie gevuld Nederlands strand dacht: dit is dus overal gaande, niet alleen hier. Ik extrapoleerde als jongen simpelweg wat ik direct om me heen zag gebeuren; de vernietiging van de natuurlijke wereld in combinatie met het menselijk egocentrisme. 
Wat me met terugwerkende kracht zorgen baart is dat er dus volop volwassenen moeten zijn geweest, politici en andere beleidsmakers, die destijds hetzelfde zagen en niets deden. 
En ja, ook dat was te voorspellen. 
Het was te voorspellen dat we niet zouden gaan ingrijpen voor het bijna of helemaal te laat zou zijn, in ieder geval niet voor we zelf aan den lijve de nadelen zouden gaan ondervinden van ons eigen handelen. 
Het was, kortom, voor mij destijds allemaal concreet genoeg zónder cijfers, maar de moderne mens heeft nu eenmaal zijn intuïtie afgeschaft en vertrouwt alleen nog op Google, grafieken en getallen.
Mijn afschuw over de onafwendbaarheid van die ramp, het toekomstbeeld van de vernietiging van de natuur die ik destijds als mijn persoonlijk toevluchtsoord beschouwde, was zo groot dat ik me zelfs tijdelijk van die natuur afkeerde, uit zelfbescherming. Ik meende dat ik anders aan de walging zou bezwijken. Volwassenen hadden al een minder dan goede indruk op mij gemaakt, maar de manier waarop ze ook nog eens 'mijn' wereld vernietigde heeft me minstens voor een deel misantropisch gemaakt. 
En nu, is het omslagpunt bereikt? Gaat er nu dan eindelijk iets gebeuren? 
Nee, ook nu bestaat het gevaar dat het nog steeds niet laat genoeg is. Nog steeds zitten regeringen op elkaar te wachten om een eerste echte stap te zetten. En nog steeds kijken we op de televisie naar politici die hun lippen blauw babbelen met geen ander doel dan tijd te rekken, want met concrete maatregelen nemen, zo weten ze, verlies je kiezers. 
Het redden van de aarde is een waiting game geworden. 

August Tholen

woensdag 1 mei 2019

Zwemvest



In de trein naar Eindhoven zit een ouder stel tegenover me. Hij draagt een cognackleurige leren jas en hippe gympschoenen, zij heeft een hevig gecraqueleerd gezicht en een kort grijs kapsel. Haar zwarte lakschoenen en haar helemaal tot boven toe dichtgeknoopte sjieke zwarte bontjas zouden de indruk kunnen wekken dat ze ter kerke gaat, maar zij en haar man zijn duidelijk onderweg naar een verjaardag: er staat een papieren shopping bag voor hun voeten waar een kleurig pakket met strik uit steekt. De hele rit lang is de man in de weer een foto te zoeken op zijn smartphone, terwijl de vrouw tegen hem aanpraat. Ze is een van die mensen die erin slagen om de meest gewone dingen op bitse toon te zeggen, vermoedelijk uit gewoonte, al weet je die dingen nooit helemaal zeker. Het deert de man overigens niet, hij blijft de vriendelijkheid zelve. Geduldig beweegt hij met zijn wijsvinger over het scherm, op zoek naar die ene foto.
'Is het deze?' vraagt hij.
'Nee natuurlijk is het die niet. Heb je niet gehoord wat ik net zei?!' valt ze vinnig uit. 
'Oke. Deze dan?'
'Nee-eeh, ik zei je toch dat het die foto is waarop ik geen zwemvest draag. Je moet echt beter luisteren.'
Ik kan me de vrouw slechts met heel veel moeite in een zwemvest voorstellen. Ook vraag ik me af of ik haar zou willen redden als ze in het water viel. 
De man swipet ondertussen langs nog een paar foto's. 
'Deze hier, die is ook leuk,' glimlacht hij.
De vrouw zegt weer iets op snauwende toon terug, waarop de man haar kort aankijkt en met een vinger teder over haar gekreukelde wang strijkt. Hij gebruikt daarvoor dezelfde vinger waarmee hij zijn smartphone bedient, zijn wijsvinger, waardoor het lijkt alsof hij haar gezicht in een vriendelijker pose probeert te swipen. Het is een ontroerend gebaar, alsof hij een ernstig ziek kind geruststelt dat het ook allemaal niet kan helpen dat het iets omstoot of zojuist het bed heeft volgebraakt. En het effect is wonderbaarlijk. Ineens gaat de vrouw op veel zachtere toon praten, haar ogen ontspannen en het netwerk van rimpels in haar gezicht lijkt op te lossen, als gebarsten droge woestijngrond waar zojuist regen op viel. 
Als we in Eindhoven aankomen lacht ze zelfs.

August Tholen