zaterdag 13 april 2019

Geef ons onze kinderen terug!



In Frankrijk werd eind vorig jaar een wet aangenomen waarmee scholieren het gebruik van smartphones wordt verboden onder schooltijd. Een goede zaak, lijkt me, maar hoe zit het met al die uren buíten school? Kinderen brengen gemiddeld zeven tot acht uur per dag op school door, blijven er nog zo'n zestien, zeventien uur over voor computer, tablet en smartphone. Vooral het gebruik van de smartphone heeft epidemische vormen aangenomen; onze kinderen zijn een groot deel van hun dag bezig met het staren naar een schermpje, niet groter dan hun hand. Het zijn uren waarin ze volledig onbereikbaar zijn, ondergedompeld in een virtuele wereld van apps, games en YouTubefilmpjes waar je ze alleen bij onderbreekt met gevaar voor eigen leven. Ouders worden geconfronteerd met peuters die vervaarlijk grommen wanneer ze bij hun spelletje Fortnite worden gestoord, met pubers die uren achter elkaar in een virtuele wereld doorbrengen met virtuele vrienden en die als ze naast je op de bank zitten iedere halve minuut geagiteerd naar hun smartphone grijpen, bang om dat bericht te missen van die vriend die zojuist zijn huig liet piercen of van die vriendin die wil laten weten dat ze tampons kocht en voor de duidelijkheid een hippe menstruatie-emoji meestuurt. 

Natuurlijk, ouders geven zelf vaak het slechte voorbeeld. Misschien vind ik ook dat ik meer recht van spreken heb omdat ik zelf geen Smartphone gebruik (ik heb nog een stokoude, bakelieten Nokia, zo-een die handmatig met een slinger aangezwengeld moet worden) maar ik maak me in toenemende mate zorgen over de macht van wat ik het Cybersyndicaat noem. Dit Cybersyndicaat houdt mijn kinderen gegijzeld, en samen met de mijne miljoenen anderen die allemaal de hele dag niets anders doen dan naar de muur van een piepkleine cel staren (is het toeval dat dat ding in het Engels een 'cell phone' heet?).

In de film The Matrix komt een scène voor waarin hoofdpersoon Neo de keus krijgt voorgelegd tussen een blauwe en een rode pil. Neemt hij de blauwe pil dan keert hij terug naar de wereld waaruit hij kwam; een comfortable maar illusoire droomwereld waarin zijn lichaam en geest volledig gescheiden zijn. Neemt hij de rode pil dan zal hij de wereld zien zoals die écht is, een inzicht van waaruit hij nooit meer terug zal keren. Ik moet daaraan denken als ik om me heen al die kinderen in hun smartphones verdiept zie: een hele generatie jongeren die voor de blauwe pil lijkt te hebben gekozen. En ik zeg met opzet lijkt. Want is het echt zo dat een complete generatie jongeren voor deze mogelijkheid heeft gekozen? Is er wel echt sprake geweest van een keus? Heeft iemand aan onze kinderen of aan ons op enig moment werkelijk de keus voorgelegd en hebben we daarbij inderdaad bewust gekozen voor een comfortable maar illusoire droomwereld waarin lichaam en geest volledig gescheiden zijn? Zo niet, hoe kómt het dan dat we er nooit bewust voor gekozen hebben? Hoe kan het dat we een beslissing die onze hele leef- en denkwijze radicaal omver gooide hebben overgelaten aan anderen, en niet eens aan anderen die ons welzijn voor ogen hadden maar aan bedrijven die grof geld aan ons verdienen? Bedrijven die onze behoeften zo geraffineerd manipuleren dat wij in de illusie verkeren dat er sprake is van vrije wil, van een door ons genomen besluit? Zou de marketingstrategie van deze bedrijven uitsluitend toegepast worden op volwassenen bij wie er, althans in de wettige betekenis, sprake is van vrije wil; gaandeweg zijn de technogiganten om ons laatste restje vrije wil te omzeilen hun producten met opzet zo gaan ontwikkelen dat er een verslaving optreedt, en wat erger is: ze zijn zich daarbij op steeds jongere kinderen gaan richten. Het is een marktstrategie die opmerkelijke overeenkomsten vertoont met wat de tabaksindustrie destijds heeft gedaan: je ontwikkelt een genotmiddel en voegt er vervolgens verslavende ingrediënten aan toe.

Volgens experts zijn we inmiddels zo afhankelijk van cybertechnologie dat mocht om wat voor reden dan ook in de toekomst nog eens de stroom wereldwijd uitvallen we de facto terug in de middeleeuwen gestort zullen worden. 
Misschien is dat zo, maar het gunstige effect zal zijn dat we onze kinderen weer terugkrijgen.

August Tholen


donderdag 4 april 2019

Stem op AI?



In zijn boek Homo Deus spreekt toekomsthistoricus Yuval Noah Harari zijn zorgen uit over het feit dat artificiële intelligentie (AI) ons waarschijnlijk binnen afzienbare tijd op vrijwel alle fronten zal gaan inhalen en verbeteren. Hij geeft een lange en daarmee verontrustende rij voorbeelden van vakgebieden waarop superintelligentie de mens overbodig zal kunnen gaan maken. Naast te verwachten beroepen als kassières en taxichauffeurs, bouwvakkers, beurshandelaren en verzekeraars zullen waarschijnlijk ook beroepen in aanmerking komen waarvan we nu nog geloven dat ze empathisch vermogen vereisen of waarbij emoties een rol spelen, zoals artsen, onderwijzers, rechters, psychologen en kunstenaars. Harari geeft voorbeelden van waar zo'n inhaalslag van AI te verwachten en in sommige gevallen al gaande is. Het enige voorbeeld dat hij niet geeft is de politiek. Misschien omdat hij zich daar niet aan wilde branden, maar de laatste verkiezingen in ogenschouw nemend kan ik niet nalaten te denken: misschien is het nog zo'n gek idee niet om uitgerekend politieke besluiten aan een AI over te laten. Mij - en velen met mij - zou in ieder geval dit steeds terugkerende circus van emoties, manipulaties en misinformatie daarmee bespaard blijven. Niet dat het niet vermakelijk is, democratie is een fascinerend gezelschapsspel, maar is vermakelijkheid een reden om ons welzijn en onze toekomst steeds opnieuw af te laten hangen van zulk infantiel gekrakeel? Van partijpolitici die meer belang hechten aan het gekozen of herkozen worden dan aan het nemen van noodzakelijke maatregelen? Politici die bij het nemen van de meeste maatregelen geen enkele vorm van wijsheid nastreven maar zich eerder laten leiden door de meest invloedrijke of luidruchtige belangengroepen, die politiek handjeklap spelen na elke verkiezingsuitslag met als voornaamste effect dat iedereen zich bekocht voelt? 
En politici zijn niet eens het grootste probleem. Ook zij die hun hart en ziel verpand hebben aan de democratische gang van zaken moeten zich toch afvragen waarom we onze politieke toekomst steeds opnieuw af laten hangen van een burger die continu angstig danwel boos is, argwanend of teleurgesteld. Politiek is langetermijnplanning. Maar wat valt er voor langetermijninzicht te verwachten van zulke emotionele, veelal ook nog eens slecht geïnformeerde burgers die bij elke aanslag of mediagebeurtenis links of rechts in het politieke struikgewas schieten, die op gezichten stemmen in plaats van op partijprogramma's en die zich bij hun keuzes laten leiden door geslepen verkooppraatjes? Kortom, burgers die de lange termijn negeren of simpelweg niet kunnen overzien en die zelfs wanneer ze uitsluitend hun eigen voordeel berekenen over beperkte gedachtencapaciteit blijken te beschikken? Zou een computer het werkelijk slechter doen dan wij, als we hem programmeren om simpelweg alle mensen maximale kansen te bieden op welzijn, gerechtigheid en collectief overleven? Blijkt niet keer op keer dat onze emoties ons vooral in de weg zitten als het op het nemen van belangrijke besluiten aankomt? Een AI zou te allen tijde zijn rust en kalmte bewaren. Hij zou miljarden relevante en irrelevante gegevens en prognoses per seconde kunnen verwerken en nooit het overzicht of de lange termijn uit het oog verliezen. Hij zou, hoewel gezichtloos, altijd het hoofd erbij houden, zelfs het meest ingewikkelde netwerk van factoren kunnen overzien, nooit woedend of bang zijn en zich al helemaal niet laten afleiden door mooie praatjes of de waan van de dag.
Hier kan, lijkt me, de wetenschap een belangrijke zet doen. Ik weet dat in sciencefictionfilms zo'n scenario van een AI-gestuurde maatschappij meestal slecht afloopt. Maar Hollywood hechtte altijd al een overmatig belang aan menselijke emoties, het is zelfs hun belangrijkste verkoopartikel. Net zomin als kassières en taxichauffeurs zullen beroepspolitici graag overbodig gemaakt willen worden door een artificiële intelligentie. Maar toch, wordt het niet tijd dat zo'n AI gebouwd gaat worden, al is het maar bij wijze van experiment? Of en op welke wijze we hem vervolgens gebruiken is aan ons.

August Tholen