Ik veeg de sneeuw van mijn stoep en die
van mijn buurvrouw. Normaal gesproken was dat een karweitje voor haar man maar
omdat hij overleden is, enkele maanden geleden, neem ik die taak op me.
Nederland kwam abrupt tot stilstand na het
sneeuwfront van gisteren. Volle perrons door bevroren wissels, glijdende
vrachtwagens, inderhaast geregelde bedden op Schiphol voor gestrande reizigers.
Voor al de problemen die Nederland
overkomen al na één buitje sneeuw is maar één oplossing: meer sneeuw. Het moet
sneeuwen, sneeuwen en nog eens sneeuwen, net zolang tot we het snappen. We
houden niet van plotselinge veranderingen, een dag van overvloedige regen of
zon heeft hetzelfde effect op ons als een dag van plotselinge sneeuwval: chaos.
Maar wat wij chaos noemen zijn aanpassingsproblemen. Het sneeuwt niet genoeg om ons aan te passen.
Ondertussen hebben de buurtkinderen voor
het huis van mijn buurvrouw een levensgrote sneeuwpop gebouwd. Ze moest haar
kleine rode autootje na de dood van haar man verkopen. Zodoende bleef de plek
voor haar huis leeg, als enige in de straat. De sneeuwpop die de buurtkinderen
op die plek bouwden herinnert haar daarom aan haar pas overleden man.