maandag 20 februari 2012

Falderappes




De betekenis van het woord falderappes is die van schorem, geteisem. Van die drie woorden klinkt geteisem mij het meest accuraat in de oren, het meest doelgericht. Het zegt iets over de bedoelde groep, niet over degene die het woord in de mond neemt. Natuurlijk is zo’n voorkeur hoogst subjectief maar het woord schorem heb ik uitsluitend horen gebruiken op een diepkrenkende wijze. Degene die het gebruikt zegt derhalve nog het meest over zichzelf want wie in staat is een individu of een groep mensen dusdanig aan te duiden moet zelf wel van laag allooi zijn. Schorem, zou je kunnen zeggen, is een bijzonder aktief woord, het richt zich op de gebruiker ervan. Wie meent dat dat het geval is met álle scheldwoorden (wat je zegt ben je zelf), heeft natuurlijk gelijk maar er bestaan scheldwoorden die minder de neiging hebben zich tegen de gebruiker ervan te richten en eventueel tot in de beste kringen gebezigd kunnen worden. ‘Falderappes’ heb ik altijd aangezien voor een compromis, een eufemisme eigenlijk. Men wil een negatieve classificatie maken én zelf op lollige wijze buiten schot blijven. Het lijkt op schmieren met taal.
Zeer waarschijnlijk is het woord falderappes via de textielhandel vanuit het Portugees in het Nederlands terechtgekomen. Het zou van het Portugese ‘gualdrapa’ komen, hetgeen paardendek betekent. Toen ik die etymologische verklaring voor het eerst las meende ik dat er paardendrek stond. Dat was mooier geweest. Daarmee had het woord een veel krachtiger oorsprong gehad, een insultieve bloedlijn. Het woord zou dan van een grove belediging tot een eufemisme zijn verworden. Nu het woord zijn carrière als eufemisme begon komt het waarschijnlijk nooit verder dan wat geschmier.