Bezig met het herlezen van De Profundis, Oscar Wildes lijdenstestament en afreke-
ning met zijn kwelgeest ‘Bosie’, de geblaseerde
lord Alfred Douglas. De gedachte
die me lang geleden al onwillekeurig bij het lezen
van het boek overviel en me nu
ook weer overvalt: wat zocht een zo grote geest
als Wilde bij een zo laag-bij-de-
grondse vriendschap? Hoe kon zo’n machtige geest
zich te gronde laten richten door
een onbeduidende, verwende, narcistische nietsnut?
Dat, leert Marcel Proust ons, is
hetzelfde als jezelf afvragen hoe het kan dat iemand
aan cholera ten prooi kan vallen
door een onbenullig schepseltje als de
komma-bacterie.