Als je het leven van een tiran
beschreven ziet ben je vooral op zoek naar het omslagpunt daarin, als je zoals
ik tenminste niet geloven kunt dat iemand als tiran geboren wordt. Hitlers reputatie, die van
vleesgeworden slechtheid, heeft zich vooral achterwaarts en terug in de tijd
ontwikkeld. Sommigen gaan daarbij zo ver om de volgroeide schurk Hitler zelfs
in de onschuldige baby Hitler te projecteren. Het fenomeen is bekend uit films:
als je eenmaal wéét dat iemand een schurk is zul je het in zijn of haar gezicht
ook menen te zien. ‘Wat een rotkop’, zeg je over iemand die nota bene een rol
speelt, en die in een volgende film in de rol van held of heldin wordt gecast –
met dezelfde rotkop.
Ian Kershaw doet in zijn overigens
uitstekende biografie min of meer hetzelfde wanneer hij Hitler’s jeugd
beschrijft. Iets te vaak wekt hij de indruk dat Hitlers hele leven een
omslagpunt was, dat van meet af aan alle kenmerken van de latere dictator
aanwezig waren. In die context verklaart hij te vaak onbeduidende voorvallen
tot sleutelfeiten. De eerste helft van Hitlers leven verliep feitelijk
ongedenkwaardig en was nauwelijks interessant. Er moeten duizenden,
tíenduizenden mensen zijn geweest die zo’n zelfde soort leven leefden en die
allemaal niet tot
een dictator uitgroeiden. En wat betreft Hitlers denkbeelden: stuitend is toch
vooral zijn gebrek aan visie en het Volksempfinden dat er voor in de plaats
komt. Hij was de ideale vertolker van dat Volksempfinden door zijn eigen innerlijke
leegte en zijn behoefte ergens bij te horen. In het door en door vernederde
Duitsland van de Weimarrepubliek kon Hitler het met zijn talent voor demagogie
ver brengen; zijn remedies waren verleidelijk simpel en zijn retoriek simpelweg
verleidelijk. Hij was een roofdier dat zijn kans greep, maar van een
aangeboren kwaadaardigheid is, zo
min als bij roofdieren, geen sprake. Wie Hitlers jeugdfoto bekijkt en daarin
reeds het sluimerende kwaad ziet doet wat de filmkijker van hierboven doet: hij
handelt met voorkennis. Het is kijken met terugwerkende kracht. Het is enkel
met die terugwerkende kracht dat Hitler kon uitgroeien tot het
spreekwoordelijke kwaad, de primus inter pares onder de tirannen.