Over het belang van deze blog heb ik soms zo
mijn twijfels. Soms denk ik: ik creëer er een kleine luwte mee in een wereld
vol herrie en derrie. Dan weer denk ik: het is het megalomaan getoeter van een
ijdeltuit. Er zijn dagen dat ik denk: die stukjes moeten eigenlijk veel langer
zijn, dan weer lijken ze me nog veel te lang. Hoe het ook zij, dat niemand er
op zit te wachten lijkt me overduidelijk want er is teveel van alles in de
wereld. Teveel blogs, teveel columns, teveel rubrieken en opinies, teveel
gekwetter en getweet. Zoveel stemmen om ons heen, al die informatie, wie kan en
wil dat allemaal verwerken? Twitter, Hyves, sms, mms, Facebook, weblogs, fora,
Linkedln: het lijkt wel of we allemaal tegelijk naar elkaar staan te
schreeuwen: Hé, kijk hier! Hier ben ik! Hier sta ik! Zie je me?
Zo kan het gebeuren dat ik over de lengte van
deze stukjes nadenk terwijl ze toch van een uiterst bescheiden lengte zijn. Van
lezers – scholieren vooral – krijg ik wel eens te horen dat ze blij zijn dat ik
‘dunne boeken’ schrijf. Ze zeggen het trouwens op zo’n toon dat ik ga vermoeden
dat ik ze nog veel blijer maak door helemaal géén boeken te schrijven. Zo
bescheiden ben ik nou ook weer niet. Maar er zijn van die dagen dat ook mijn
eigen stem me een tikje te luid voorkomt.
Vandaag was zo’n dag.
Vandaag lijkt dit stukje me wat aan de lange
kant.