vrijdag 8 september 2017

You be good, see you tomorrow. I love you.


De Correspondent publiceerde deze week een bijdrage van Tamar Stelling over Alex, de pratende en denkende papegaai die op 6 september 2017 precies tien jaar geleden stierf. Het dier was wereldvermaard vanwege zijn intelligentie en de kop van het rouwbericht in The Guardian luidde dan ook: 'Alex, a parrot who was smarter than the average US president', een kop die onder het huidig presidentschap toepasselijker is dan ooit. Alex (de naam is een acroniem van Avian Language EXperiment) kon sommen maken, vormen en kleuren herkennen en gesprekken voeren waarin hij blijk gaf gecompliceerde begrippen te kunnen hanteren als 'groot' en 'klein', 'hetzelfde' of 'anders'. Volgens zijn trainer Irene Pepperberg functioneerde Alex op het niveau van een vijf jaar oud kind. Alex is van grote wetenschappelijke waarde omdat tot kort geleden werd aangenomen dat alleen dieren met een groot brein zoals primaten complexe taal- en begripsproblemen kunnen hanteren.
Bewonderaar van dieren als ik ben wil ik toch een vraagteken zetten bij de intelligentie van Alex, of eigenlijk bij die van ons, mensen. Zeker, de cognitieve gaven van Alex waren opmerkelijk. Maar hebben alle dieren niet de intelligentie die bij ze hoort? Ik bedoel, wat heeft een in het wild levende papegaai of hyena of Noordzeegarnaal er aan om op een mens te lijken? Vergroot het de overlevingskansen van een wilde papegaai om gekleurde blokjes te herkennen of om tot acht te kunnen tellen? Nee. Dat werpt de vraag op: zijn we met 'intelligente' dieren als Alex niet aan het testen in hoeverre een dier op een mens wil lijken?
Een aanwijzing dat iets dergelijks aan de hand is lijkt me te zijn dat Alex zeer sterk op mensen gericht was, hij was 'enig vogel' en eiste alle aandacht. Het heeft er alle schijn van dat Alex probeerde zich te conformeren, uit alle macht en met al zijn intelligentie. Hij nam ons vocabulaire en onze begrippenwereld over in de hoop in de smaak te vallen met als onvermijdelijk gevolg dat hij bezig was zichzelf te 'ontvogelen'. Een goed voorbeeld van de begripsverwarring die daarbij over intelligentie kan ontstaan is het voorval, door Tamar Stelling aangehaald, waarbij Alex zichzelf in de spiegel bekeek en de vraag stelde welke kleur hij had. 
'Zo vroeg hij op een dag voor de spiegel: ‘What color?’ En hij leerde dat hij grijs was.'
Nee, Alex leerde niet dat zijn verenkleed grijs was, hij leerde dat wij het grijs noemen.
Alex stierf op zijn eenendertigste, wat opmerkelijk jong is voor een grijze roodstaart. Misschien had hij alles gezegd wat hij te zeggen had. Zijn allerlaatste woorden tegen Pepperberg waren: ‘You be good, see you tomorrow. I love you.’

August Tholen