vrijdag 16 juni 2017

Voor eeuwig en altijd


Twee ouderlingen aan de deur. Bij ouderling denk je aan een stoffige, in het zwart geklede vijftigplusser, maar deze twee zijn fris, kinderlijk opgewekt en nog maar nauwelijks de twintig voorbij. Omdat ze Nederlands spreken met een Amerikaanse tongval vraag ik waar ze vandaan komen. De een komt uit New Jersey, de ander uit Utah. Vanwege hun Nederlandse voorouders is ze door het mormoonse hoofdkwartier in Salt Lake City opgedragen om Nederlands te leren en hier zendelingenwerk te gaan doen. Hadden ze daarin dan geen keus? Nee, niet echt, geven ze toe. Het zijn aardige jongens. Ons gesprek krijgt een nogal serieuze wending als ze vragen of ik denk dat er een eeuwige god is. Nog los van de vraag of er een verschil is tussen een gewone god en een eeuwige god; dat woordje eeuwig gebruiken ze met grote regelmaat, valt me op. Het koninkrijk des Heren zal een eeuwigheid duren, het leven nĂ¡ dit leven is voor eeuwig, en ook de liefde tussen mensen is eeuwigdurend. Zoveel is me wel duidelijk: voor deze gelovigen worden de dingen pas leuk als ze een eeuwigheid duren. ‘In de hemel ben ik voor eeuwig en altijd met mijn familie samen,’ zegt een van de twee opgewekt. Op mijn vraag of hij dan niet denkt na driehonderd, drieduizend of drie miljoen jaar zijn familie flink beu te zijn geworden kijkt hij me niet-begrijpend aan. 
Nee, natuurlijk, ik ken zijn familie niet en misschien zijn het allemaal enorme schattebouten, maar is het mooie van familie niet dat ze op zeker ogenblik weer naar huis gaan?

August Tholen