donderdag 4 april 2019

Stem op AI?



In zijn boek Homo Deus spreekt toekomsthistoricus Yuval Noah Harari zijn zorgen uit over het feit dat artificiële intelligentie (AI) ons waarschijnlijk binnen afzienbare tijd op vrijwel alle fronten zal gaan inhalen en verbeteren. Hij geeft een lange en daarmee verontrustende rij voorbeelden van vakgebieden waarop superintelligentie de mens overbodig zal kunnen gaan maken. Naast te verwachten beroepen als kassières en taxichauffeurs, bouwvakkers, beurshandelaren en verzekeraars zullen waarschijnlijk ook beroepen in aanmerking komen waarvan we nu nog geloven dat ze empathisch vermogen vereisen of waarbij emoties een rol spelen, zoals artsen, onderwijzers, rechters, psychologen en kunstenaars. Harari geeft voorbeelden van waar zo'n inhaalslag van AI te verwachten en in sommige gevallen al gaande is. Het enige voorbeeld dat hij niet geeft is de politiek. Misschien omdat hij zich daar niet aan wilde branden, maar de laatste verkiezingen in ogenschouw nemend kan ik niet nalaten te denken: misschien is het nog zo'n gek idee niet om uitgerekend politieke besluiten aan een AI over te laten. Mij - en velen met mij - zou in ieder geval dit steeds terugkerende circus van emoties, manipulaties en misinformatie daarmee bespaard blijven. Niet dat het niet vermakelijk is, democratie is een fascinerend gezelschapsspel, maar is vermakelijkheid een reden om ons welzijn en onze toekomst steeds opnieuw af te laten hangen van zulk infantiel gekrakeel? Van partijpolitici die meer belang hechten aan het gekozen of herkozen worden dan aan het nemen van noodzakelijke maatregelen? Politici die bij het nemen van de meeste maatregelen geen enkele vorm van wijsheid nastreven maar zich eerder laten leiden door de meest invloedrijke of luidruchtige belangengroepen, die politiek handjeklap spelen na elke verkiezingsuitslag met als voornaamste effect dat iedereen zich bekocht voelt? 
En politici zijn niet eens het grootste probleem. Ook zij die hun hart en ziel verpand hebben aan de democratische gang van zaken moeten zich toch afvragen waarom we onze politieke toekomst steeds opnieuw af laten hangen van een burger die continu angstig danwel boos is, argwanend of teleurgesteld. Politiek is langetermijnplanning. Maar wat valt er voor langetermijninzicht te verwachten van zulke emotionele, veelal ook nog eens slecht geïnformeerde burgers die bij elke aanslag of mediagebeurtenis links of rechts in het politieke struikgewas schieten, die op gezichten stemmen in plaats van op partijprogramma's en die zich bij hun keuzes laten leiden door geslepen verkooppraatjes? Kortom, burgers die de lange termijn negeren of simpelweg niet kunnen overzien en die zelfs wanneer ze uitsluitend hun eigen voordeel berekenen over beperkte gedachtencapaciteit blijken te beschikken? Zou een computer het werkelijk slechter doen dan wij, als we hem programmeren om simpelweg alle mensen maximale kansen te bieden op welzijn, gerechtigheid en collectief overleven? Blijkt niet keer op keer dat onze emoties ons vooral in de weg zitten als het op het nemen van belangrijke besluiten aankomt? Een AI zou te allen tijde zijn rust en kalmte bewaren. Hij zou miljarden relevante en irrelevante gegevens en prognoses per seconde kunnen verwerken en nooit het overzicht of de lange termijn uit het oog verliezen. Hij zou, hoewel gezichtloos, altijd het hoofd erbij houden, zelfs het meest ingewikkelde netwerk van factoren kunnen overzien, nooit woedend of bang zijn en zich al helemaal niet laten afleiden door mooie praatjes of de waan van de dag.
Hier kan, lijkt me, de wetenschap een belangrijke zet doen. Ik weet dat in sciencefictionfilms zo'n scenario van een AI-gestuurde maatschappij meestal slecht afloopt. Maar Hollywood hechtte altijd al een overmatig belang aan menselijke emoties, het is zelfs hun belangrijkste verkoopartikel. Net zomin als kassières en taxichauffeurs zullen beroepspolitici graag overbodig gemaakt willen worden door een artificiële intelligentie. Maar toch, wordt het niet tijd dat zo'n AI gebouwd gaat worden, al is het maar bij wijze van experiment? Of en op welke wijze we hem vervolgens gebruiken is aan ons.

August Tholen